Belastingplan 2025

Belastingplan 2025

Elke derde dinsdag van september wordt tijdens Prinsjesdag het Belastingplan voor het nieuwe jaar bekendgemaakt. De plannen zijn nog niet helemaal definitief. In het najaar worden de plannen nog besproken door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 

Opvallend is dat dit jaar de plannen bestaan uit veel technische aanpassingen die vooral voor een groep zeer specifieke belastingplichtigen van toepassing zijn. Daarnaast vraagt het kabinet voor sommige wetsvoorstellen om nog wat extra geduld.   

De specialisten van BDO hebben hieronder een eerste overzicht gemaakt van de meest opvallende wijzigingen. Zodat u weet wat u kunt verwachten van dit politieke jaar en hoe u kunt inspelen op de aangekondigde wijzigingen. 

Daarnaast hebben wij ook een nieuwsbrief gemaakt met daarin een samenvatting van de voorgestelde fiscale wijzigingen. 

Webinar Prinsjesdag

De specialisten van BDO hebben in één uur tijd samen met journalist en econoom Mathijs Bouman de kijkers bijgepraat over alle ontwikkelingen en meest opvallende wijzigingen. Kon u er niet bij zijn of wilt u het webinar nogmaals bekijken? 

Verdiepende webinars 

De komende tijd organiseren wij nog diverse verdiepende webinars, specifiek gericht op o.a. de sectoren: Bouw & vastgoed, tech, zorg, familiebedrijven en -vermogen. Aanmelden hiervoor kan via onze evenementen pagina.  

Afschaffing verlaagd btw-tarief

Afschaffing verlaagd btw-tarief

Het btw-tarief op culturele goederen en diensten, sport en logies gaat per 1 januari 2026 van 9% naar 21%. Bepaalde niet winst-beogende instellingen behouden een btw-vrijstelling.

Organisaties die hiermee te maken krijgen, moeten tijdig naar het prijsbeleid kijken; willen ze dezelfde winst behouden, dan moeten de prijzen waarschijnlijk omhoog. Ook vereist deze verandering een aanpassing van IT-systemen. Daarnaast moeten deze organisaties er rekening mee houden dat de btw-verhoging al eerder impact kan hebben, namelijk bij vooruitbetalingen voor producten of diensten die pas in 2026 geleverd of verleend worden.

Volgens BDO is het nog wel de vraag hoe wordt omgegaan met arrangementen met meerdere goederen en diensten waarvoor straks verschillende tarieven gaan gelden. De verwachting is dat deze tariefswijzigingen tot nieuwe afbakeningsvraagstukken en discussies met de Belastingdienst zullen leiden.
Wijziging 1

Renteaftrekbeperking in de vpb verruimd én beperkt

De generieke renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting (vpb) wordt verruimd; deze gaat per 1 januari 2025 van 20% naar 25% van de gecorrigeerde winst. Hiermee wil het kabinet de renteaftrek in de pas brengen met het Europees gemiddelde. Gelijktijdig wordt er specifiek voor vastgoedlichamen een beperking doorgevoerd om misbruik tegen te gaan. Vastgoedlichamen die voor 70% of meer aan derden verhuurd vastgoed in bezit hebben voor minimaal een halfjaar, kunnen niet langer aanspraak maken op de ‘mkb-drempel’ van 1 miljoen euro.
Giftenaftrek vennootschapsbelasting afgeschaft

Giftenaftrek vennootschapsbelasting afgeschaft

In 2024 werd voorgesteld om de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (vpb) af te schaffen en de regeling ‘geven uit de vennootschap’ in te voeren. Destijds is uiteindelijk besloten om beide regelingen in stand te houden. In het Belastingplan 2025 wordt voorgesteld om zowel de giftenaftrek in de vpb als de regeling ‘geven uit de vennootschap’ af te schaffen. De giftenaftrek in de inkomstenbelasting blijft wel behouden. ‘Zakelijke’ uitgaven aan goede doelen, zoals sponsoring, reclame en uitgaven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, blijven aftrekbaar in de vpb.
Extra schijf inkomstenbelasting

Extra schijf inkomstenbelasting

Voor de invulling van een groot deel van de lastenverlichting is gekozen voor een aanpassing van de tarieven, dat zichtbaarder is voor belastingplichtigen dan wijzigingen in de heffingskortingen. Hiervoor wordt een nieuwe schijf in de inkomstenbelasting geïntroduceerd. De inkomstenbelasting bestaat dan voortaan uit drie schijven. De eerste schijf is 35,82%, de tweede schijf 37,48% en het toptarief blijft 49,50%.
Update box 3: nog even geduld a.u.b.

Update box 3: nog even geduld a.u.b.

In de Prinsjesdagstukken is nog geen wetsvoorstel voor de nieuwe box 3-wetgeving vanaf 2027 opgenomen. Ook is het nog even afwachten hoe het kabinet concreet invulling geeft aan het rechtsherstel naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad afgelopen juni. Het kabinet geeft in een kamerbrief wel een update over de stand van zaken rondom het box 3-dossier. In het voorjaar van 2025 wordt het wetsvoorstel voor rechtsherstel box 3 verwacht, dat op 1 juni 2025 zou moeten ingaan.
Terugdraaien verhoging box 2-tarief

Terugdraaien verhoging box 2-tarief

Het kabinet wil het tarief van de tweede schijf van box 2 verlagen van 33% naar 31%. Dit tarief was in 2024 verhoogd naar 33%, maar nu wordt voorgesteld dit terug te draaien vanaf 1 januari 2025. Het doel van deze verandering is om een beter globaal evenwicht te creëren tussen het toptarief voor aanmerkelijkbelanghouders (met hun vennootschap), werknemers en IB-ondernemers.
Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling

Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling

Voor het tweede jaar op rij worden voorstellen gedaan om de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, de BOR in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting, aan te passen. De meeste voorstellen waren al bekend als gevolg van de internetconsultatie dit voorjaar. Het wetsvoorstel beoogt ook nu weer de faciliteiten te vereenvoudigen en misbruik tegen te gaan. In het voorstel dat nu is gepresenteerd, valt op dat de in het voorjaar aangekondigde definitie van ‘preferente aandelen’ toch nog wordt aangepast. Het kabinet verwacht hier volgende maand (oktober 2024) op terug te komen. Er wordt nog onderzocht of de wetwijziging waardoor de BOR op zeer kleine familiebelangen van toepassing is, leidt tot verboden staatssteun.
In de nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 worden twee maatregelen voorgesteld. Allereerst wordt voorgesteld om de versobering van de 30%-regeling uit het Belastingplan 2024 terug te draaien en de maximale onbelaste vergoeding per 1 januari 2027 op 27% te stellen.       Ten tweede wordt voorgesteld om de salarisnorm voor de 30%-regeling per 1 januari 2027 te verhogen van € 46.107 naar € 50.436 (2024). De salarisnorm voor ingekomen werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad wordt verhoogd van € 35.048 naar € 38.338 (2024). Ingekomen werknemers die vóór 2024 de regeling hebben toegepast, behouden het percentage van 30% tot het einde van de looptijd en de oude (geïndexeerde) salarisnormen.

Terugdraaien versobering 30%-regeling

In de nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 worden twee maatregelen voorgesteld. Allereerst wordt voorgesteld om de versobering van de 30%-regeling uit het Belastingplan 2024 terug te draaien en de maximale onbelaste vergoeding per 1 januari 2027 op 27% te stellen. Ten tweede wordt voorgesteld om de salarisnorm voor de 30%-regeling per 1 januari 2027 te verhogen van € 46.107 naar € 50.436 (2024). De salarisnorm voor ingekomen werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad wordt verhoogd van € 35.048 naar € 38.338 (2024). Ingekomen werknemers die vóór 2024 de regeling hebben toegepast, behouden het percentage van 30% tot het einde van de looptijd en de oude (geïndexeerde) salarisnormen.