Wijziging bedrijfsopvolgingsregeling verspreid over 2024, 2025 en 2026

Op 19 april 2024 is het conceptwetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025’ (het consultatievoorstel) gepubliceerd. In dit consultatievoorstel staat een aantal voorgenomen wijzigingen opgenomen voor de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (DSR) en de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR).

In het Belastingplan 2024 zijn al enkele voorgenomen wijzigingen van de DSR en BOR per 1 januari 2024 en 2025 opgenomen. Deze treft u ook aan in het schema onderaan dit perspectief. Wij gaan hierna in op drie nieuwe ontwikkelingen die in het conceptwetsvoorstel zijn opgenomen:

  • de BOR en DSR zijn slechts van toepassing bij gewone aandelen;
  • de verkrijger hoeft de onderneming slechts drie jaar voort te zetten; en
  • verschillende maatregelen tegen misbruik van de faciliteiten.

Faciliteiten alleen nog bij gewone aandelen

Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2026 de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten te beperken tot gewone aandelen die een belang van 5% of meer vertegenwoordigen én volledig meedelen in de winstgerechtigdheid en de liquidatieopbrengst. Onder andere soortaandelen, tracking stocks, preferente aandelen, opties en winstbewijzen kwalificeren dan niet meer. Onder strenge voorwaarden kunnen preferente aandelen in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging nog wel kwalificeren.

Daarnaast wordt voorgesteld om de faciliteiten alleen nog maar beschikbaar te maken voor belangen van 5% of meer van de gewone aandelen. Dit is een versobering voor houders van een zogenaamd fictief- of meesleep aanmerkelijk belang. 

Wanneer de aandelen van generatie op generatie overgaan wegens schenking of vererving, bestaat vervolgens de kans dat het directe belang onder de 5% zakt. In principe zijn de BOR en DSR dan niet meer van toepassing. Voorgesteld wordt om onder voorwaarden de BOR per 2025 toch van toepassing te laten zijn als wordt voldaan aan een zogenaamd familiecriterium. Dit criterium houdt in dat de BOR van toepassing is als alle afstammelingen in de neergaande lijn van de eerste familiaire aandeelhouder samen een belang houden van minstens 25%. 

Bezits- en voortzettingseis in de BOR: (nog) flexibeler en korter

De BOR kent als voorwaarden een bezitseis voor de overdrager en een voortzettingseis voor de opvolger. Voor de erflater of schenker geldt een bezitstermijn van één jaar voorafgaande aan het overlijden respectievelijk vijf jaar voorafgaande aan de schenking. De opvolger moet de verkregen onderneming minimaal vijf jaren voortzetten.

De toepassing van de bezits- en voortzettingseis is erg complex en daarom is onderzocht of het mogelijk is om de huidige bezits- en voortzettingseis aan te passen. Bepaalde herstructureringen tjidens de bezits- en voortzettingsperiode leiden – zo is althans het voorstel - vanaf 1 januari 2026 niet tot een nieuwe bezits- en voortzettingsperiode. Het uitgangspunt hierbij is dat de subjectieve gerechtigdheid van de schenker/erflater respectievelijk de verkrijger tot de onderneming gelijk moet zijn gebleven.

Daarnaast wordt voorgesteld de voortzettingstermijn van vijf naar drie jaar te verkorten, tenzij sprake is van misbruiksituaties die we hierna behandelen. Deze wijziging zou al in moeten gaan per 1 januari 2025.

Misbruik van de faciliteiten wordt aangepakt

Een tweetal maatregelen wordt genomen om niet beoogd gebruik van de BOR tegen te gaan. Het gaat om de zogenoemde “rollatorinvesteringen” en de “dubbel-BOR”.

Volgens het kabinet is het ongewenst als personen op hoge leeftijd hun vermogen omzetten in ondernemingsvermogen en zo hun vermogen gefaciliteerd kunnen laten overgaan op de volgende generatie. Voor AOW-gerechtigden is daarom, afhankelijk van de leeftijd, een langere bezitstermijn vereist.

Daarnaast wordt het meermaals benutten van de faciliteiten als oneigenlijk gebruik gezien. Het gaat om onder meer de situatie waarbij de ouders de onderneming gefaciliteerd schenken aan hun kinderen, terugkopen en opnieuw gefaciliteerd schenken. Vanaf 2026 zijn de faciliteiten slechts nog één keer per onderneming van toepassing.

Ingangsdata maatregelen

Van een aantal maatregelen rond de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten is bekend wanneer deze worden ingevoerd. Het betreft de volgende maatregelen.

Maatregel

Datum invoering

Aan derden verhuurd vastgoed standaard aanmerken als beleggingsvermogen

1-1-2024

Afschaffen dienstbetrekkingseis en invoeren minimumleeftijd verkrijger schenking

1-1-2025

Afschaffen doelmatigheidsmarge BOR & DSR

1-1-2025

Aanpassen keuzevermogen DSR ab en BOR

1-1-2025

Aanpassing vrijstelling BOR

1-1-2025

 

De beoogde invoeringsdata van de wijzigingen genoemd in het conceptwetsvoorstel leest u hieronder. Of de wijzigingen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd, zal later dit jaar bekend worden.

Maatregel

Datum invoering

Verkorten voortzettingseis van vijf naar drie jaar 

1-1-2025

Verspoeling bezits- en voortzettingseis

1-1-2026

Aanpak rollatorinvesteringen

1-1-2026

Aanpak dubbel BOR

1-1-2026

Uitsluiten niet-reguliere aandelen van BOR en DSR ab.

1-1-2026

 

Kom tijdig in actie, wij helpen graag

Gelet op deze toekomstverwachtingen kan het fiscaal gunstig zijn een (geplande) bedrijfsoverdracht naar voren te halen om zo te kunnen profiteren van de nu geldende regels. Overweegt u (op korte termijn) uw onderneming over te dragen aan de volgende generatie? Wij overleggen graag met u wat de mogelijkheden zijn.