Getallen zeggen niet zoveel, impact, risico’s en kansen wel
Getallen zeggen niet zoveel, impact, risico’s en kansen wel
Een van de vereisten van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is het uitvoeren van een dubbele materialiteitsanalyse (DMA). De uitkomst van deze analyse leidt tot een aantal materiële thema’s waar de onderneming de meeste impact maakt (of ervaart). De onderneming moet vervolgens rapporteren over deze materiële thema’s in het duurzaamheidsverslag. In de CSRD is echter niet opgenomen hoeveel thema’s dit minimaal (of maximaal) moeten zijn. Deze vrijheid roept de vraag op: Waar moeten ondernemingen zich op richten en wat is een passend aantal onderwerpen om transparant over te zijn? Wat is voldoende en wat is te weinig?
Maar belangrijker: De uitkomst van de dubbele materialiteitsanalyse wegen aan het aantal thema’s is niet het juiste uitgangspunt. Het gaat om concrete, goed gedefinieerde, ondernemingsspecifieke impacts, risico’s en kansen. Een thema kan in theorie wel 10 verschillende impacts, risico’s en kansen (IRO’s) bevatten voor een onderneming. Daarmee is het thema mogelijk materieel en kan er meer dan 1 IRO per materieel thema belangrijk genoeg zijn om over te rapporteren.
Neem het thema klimaatverandering, hoogstwaarschijnlijk voor de meeste onderneming een materieel thema. Dit kan uit meerdere impacts of risico’s bestaan, zoals de negatieve impact van een product of dienst door CO2-uitstoot, maar ook een fysiek klimaatrisico doordat een fabriek of pand in een risicogebied voor overstromingen staat. Mogelijk is er ook een potentieel risico van de CO2-beprijzing op grondstoffen die essentieel zijn voor productie. Daarmee zijn er drie IRO’s geïdentificeerd die materieel kunnen zijn voor dit thema.
Echter, er zijn nadelen aan het denken in getallen in dit proces. Het gebruik van cijfers kan leiden tot het verkeerde resultaat, omdat de focus verschuift naar het behalen van ‘goede cijfers’ in plaats van een juist proces (van de DMA) zelf. Bovendien kunnen cijfers tunnelvisie bevorderen door naar een doel te redenen.
En dit is precies het probleem als het gaat om een verwachte range van aantal thema’s als uitkomst van een DMA. Een veelgebruikte range is 10 tot 20 thema’s, afhankelijk van de grootte van een onderneming. Naast dat dit een brede range is, zegt dit dus weinig over de complexiteit en de rapportage. Maar ook over het te rapporteren aantal datapunten. Je kan 10 subthema’s in de eigen werknemers standaard S1 hebben of 5 verspreid over verschillende onderwerp standaarden. Het aantal datapunten waarover gerapporteerd dient te worden is in het laatste casus fors hoger dan in de eerste casus. Bovendien kunnen bedrijven zich te veel focussen op een uitkomst in deze range, vaak aan de onderkant om het minimale resultaat te behalen. Dit is een doelredenatie en totaal niet te bedoeling van een DMA.
Laten we dus afstappen van het denken in aantallen en ons richten op de kwaliteit van onze duurzaamheidsrapportage. Laten we ons inzetten voor het formuleren van scherpe IRO's. Op die manier kunnen ondernemingen concrete en duidelijke rapportages opstellen, en gerichter invulling geven aan de strategie.
Neem contact op
Aantallen zeggen niet zoveel
Aantallen thema’s, “het moeten er 10 of 20 zijn”, zeggen niets over een goede rapportage of een juiste uitkomst van de DMA. Waar een onderneming over moet rapporteren hangt namelijk af van waar je impact maakt op of impact ervaart van duurzaamheidskwesties op het gebied van mens, milieu en eerlijk zakendoen. Om deze impacts te bepalen spelen vele (door de ESRS voorgeschreven) factoren een rol. Bovendien is de DMA geen wetenschappelijke exercitie.Maar belangrijker: De uitkomst van de dubbele materialiteitsanalyse wegen aan het aantal thema’s is niet het juiste uitgangspunt. Het gaat om concrete, goed gedefinieerde, ondernemingsspecifieke impacts, risico’s en kansen. Een thema kan in theorie wel 10 verschillende impacts, risico’s en kansen (IRO’s) bevatten voor een onderneming. Daarmee is het thema mogelijk materieel en kan er meer dan 1 IRO per materieel thema belangrijk genoeg zijn om over te rapporteren.
Neem het thema klimaatverandering, hoogstwaarschijnlijk voor de meeste onderneming een materieel thema. Dit kan uit meerdere impacts of risico’s bestaan, zoals de negatieve impact van een product of dienst door CO2-uitstoot, maar ook een fysiek klimaatrisico doordat een fabriek of pand in een risicogebied voor overstromingen staat. Mogelijk is er ook een potentieel risico van de CO2-beprijzing op grondstoffen die essentieel zijn voor productie. Daarmee zijn er drie IRO’s geïdentificeerd die materieel kunnen zijn voor dit thema.
De uitkomst van de DMA is geen doelredenering
We denken graag in cijfers omdat we een duidelijke en meetbare manier bieden om prestaties en situaties te beoordelen. Cijfers of aantallen zijn eenvoudig te begrijpen en worden gezien als objectieve maatstaven, wat helpt bij het maken van beslissingen en vergelijkingen. Zeker als het gaat om complexe en subjectieve processen zoals bij het rapporteren over ESG. Dit wordt versterkt door het feit dat ondernemingen in het eerste jaar nog zoekende zijn, gegeven de nieuwe materie en omdat er nog geen voorbeeldrapportages of sectorstandaarden zijn waaraan gebenchmarkt kan worden. Daarom is het volstrekt logisch dat in dit stadium houvast wordt gezocht aan ‘aantallen thema’s als het gaat om de beoordeling van de uitkomsten van de DMA.Echter, er zijn nadelen aan het denken in getallen in dit proces. Het gebruik van cijfers kan leiden tot het verkeerde resultaat, omdat de focus verschuift naar het behalen van ‘goede cijfers’ in plaats van een juist proces (van de DMA) zelf. Bovendien kunnen cijfers tunnelvisie bevorderen door naar een doel te redenen.
En dit is precies het probleem als het gaat om een verwachte range van aantal thema’s als uitkomst van een DMA. Een veelgebruikte range is 10 tot 20 thema’s, afhankelijk van de grootte van een onderneming. Naast dat dit een brede range is, zegt dit dus weinig over de complexiteit en de rapportage. Maar ook over het te rapporteren aantal datapunten. Je kan 10 subthema’s in de eigen werknemers standaard S1 hebben of 5 verspreid over verschillende onderwerp standaarden. Het aantal datapunten waarover gerapporteerd dient te worden is in het laatste casus fors hoger dan in de eerste casus. Bovendien kunnen bedrijven zich te veel focussen op een uitkomst in deze range, vaak aan de onderkant om het minimale resultaat te behalen. Dit is een doelredenatie en totaal niet te bedoeling van een DMA.
Concrete impacts, risico’s en kansen als uitkomst
Laat het denken in aantallen los en stuur op goede en concrete impacts, risico’s en kansen. In het doorlopen van het proces van de materialiteitsanalyse, moet de onderneming duidelijke en scherpe IRO’s formuleren. Let op de volgende punten:- Maak de IRO concreet door details toe te voegen, zoals de plek in de waardeketen, geografie of locatie, tijdshorizon, status (potentieel of actueel)
- Documenteer elk onderdeel met voldoende detail en een duidelijke structuur, zodat alle IRO’s per bedrijfssegment of operationeel niveau tot in de kern worden uitgewerkt;
- Maak gebruik van de sub(sub)thema lijst in de ESRS om zo granulair mogelijk de IRO te beschrijven;
- Betrek stakeholders in het proces en verzamel hun inzichten om de geïdentificeerde IRO’s effectief te prioriteren; en
- Blijf de IRO-documentatie actueel houden door regelmatige monitoring en updates, zodat nieuwe ontwikkelingen tijdig worden opgenomen.
Laten we dus afstappen van het denken in aantallen en ons richten op de kwaliteit van onze duurzaamheidsrapportage. Laten we ons inzetten voor het formuleren van scherpe IRO's. Op die manier kunnen ondernemingen concrete en duidelijke rapportages opstellen, en gerichter invulling geven aan de strategie.
Meer informatie
Heeft u vragen over de impact van de CSRD op uw organisatie? Neem gerust contact op met een van onze specialisten.Neem contact op