De renseigneringsverplichting: selectie van vraag- en antwoorden

In 2021 hebben wij u geïnformeerd in aanloop naar de uitbreiding van de renseigneringsverplichting per 1 januari 2022. Formeel wordt de renseigneringsverplichting ook aangeduid als de Regeling Uitbetaalde Bedragen aan Derden (UBD). In 2023 hebben wij u opnieuw geïnformeerd met betrekking tot de renseigneringsverplichting en hebben wij u een aantal handvatten geboden naar aanleiding van veel gestelde vragen vanuit de praktijk.  

Met de naderende deadline is het van belang om in kaart te brengen welke betalingen u over 2024 aan de Belastingdienst dient door te geven. De informatie over de in 2024 verrichte betalingen moet vóór 1 februari 2025 bij de Belastingdienst zijn aangeleverd. Overigens is het ook toegestaan om gedurende het jaar al de informatie bij de Belastingdienst aan te leveren.  

V&A selectie 

De renseigneringsverlichting roept in de praktijk nog steeds vragen op. In 2024 heeft de Belastingdienst een geüpdatete versie (versie 6.0; d.d. 15 november 2024) van haar vraag en antwoord document gepubliceerd. In dit nieuwsbericht lichten wij een aantal belangrijke vragen en antwoorden uit.  

Kan er ontheffing verleend worden voor betalingen van kleine bedragen of voor het opgeven van enkele van de gegevens? 

In wet- en regelgeving omtrent de renseigneringsverplichting is opgenomen, welke betalingen aan de Belastingdienst dienen te worden doorgegeven. Uit deze wetgeving volgt onder andere de verwijzing naar een bepaling waarin is aangegeven dat de verstrekking van gegevens en inlichtingen achterwege kan blijven, indien naar het oordeel van de inspecteur het belang van ontvangst van de gegevens en inlichtingen niet opweegt tegen de inspanning van verstrekking daarvan. 

In het V&A-document is deze mogelijke ontheffing opgenomen. Volgens de Belastingdienst blijft deze ontheffing echter slechts beperkt tot de goedkeuring dat de verstrekking van (bepaalde) gegevens en inlichtingen achterwege mag blijven. Daarnaast is in het V&A-document aangegeven dat de renseigneringsverplichting geldt vanaf één euro per jaar. 

Bij de invoering van de renseigneringsverplichting heeft de toenmalig staatssecretaris van financiën een toelichting geschreven over de noodzaak van de beoogde uitbreiding van de renseigneringsverplichting. Volgens de staatssecretaris is de renseigneringsstroom noodzakelijk voor de Belastingdienst ten behoeve van een correcte belastingheffing over (potentieel) belastbare inkomsten. Hierbij dient te worden afgewogen of verwerkingen die uit de renseigneringsverplichtingen voortvloeien, evenredig zijn aan het beoogde doel (proportionaliteit). Over deze proportionaliteit zou in bepaalde situaties discussie met de Belastingdienst kunnen ontstaan. Twijfelt u of de renseigneringsverplichting in uw situatie in verhouding staat met het beoogde doel, neem dan gerust contact met ons op. 

Hoe werkt de renseigneringsverplichting indien een opdrachtgever een ZZP’er betaalt via een bemiddelingsbureau? 

Het uitgangspunt in de regeling omtrent de renseigneringsverplichting is dat het moet gaan om een betaling aan een natuurlijk persoon voor een bepaalde verrichte werkzaamheid of dienst. 

Indien een opdrachtgever een bemiddelingsbureau inschakelt voor het zoeken van een geschikte kandidaat voor de uitvoering van een opdracht, maar de betaling voor deze opdracht vindt plaats via het bemiddelingsbureau en daarmee aan het bemiddelingsbureau (in de aanname dat dit geen natuurlijk persoon is), dan hoeft de opdrachtgever de betaling aan het bemiddelingsbureau niet te renseigneren. 

Geldt de renseigneringsverplichting indien de verleggingsregeling (btw-verlegd) is toegepast? 

Uit de regeling blijkt dat betalingen aan natuurlijk personen, waarvoor een factuur met btw wordt uitgereikt, niet aan de Belastingdienst hoeven te worden gerenseigneerd. Immers, de belastingplichtigen die BTW belaste werkzaamheden verrichten, zijn al bekend bij de Belastingdienst.  

Het komt met enige regelmaat voor dat Nederlandse administratieplichtigen gebruikmaken van de verleggingsregeling. Bij deze regeling is de btw verlegd van de leverancier naar de afnemer. In internationale situaties komt de verleggingsregeling ook voor, met als extra handeling dat voor deze prestaties een opgaaf ICP dient te worden ingevuld. Op Europees niveau vindt uitwisseling plaats van de gegevens over de prestaties die in de Opgaaf ICP worden opgenomen. Deze gegevens zullen dus bij de Belastingdienst bekend zijn.  Het zou doel en strekking van de regeling (en de uitzondering) voorbijgaan als de administratieplichtigen in dit soort situaties ook gehouden zijn de betalingen te renseigneren. 

Desondanks is het standpunt van de Belastingdienst volgens het V&A-document dat alle betalingen, waarop de verleggingsregeling (btw verlegd) is toegepast, dienen te worden gerenseigneerd met als reden dat er geen bedrag aan btw op de factuur is vermeld.   

Kan ik uitstel voor het aanleveren van de gegevens aanvragen?  

In wet- en regelgeving omtrent de renseigneringsverplichting is opgenomen dat betalingen in een bepaald kalenderjaar, uiterlijk op 31 januari volgend op dat kalenderjaar aan de Belastingdienst dienen te worden verstrekt. De informatie over de in 2024 verrichte betalingen moet daarom vóór 1 februari 2025 bij de Belastingdienst zijn aangeleverd. 

Bij de uitbreiding van de renseigneringsverplichting per 1 januari 2022 was voor veel administratieplichtigen de regeling niet volledig duidelijk of beschikte de administratieplichtige niet over de aan te leveren informatie. Destijds ging de Belastingdienst relatief coulant om met aanvragen om uitstel en te late meldingen. In de laatste versie van het V&A-document is opnieuw opgenomen dat schriftelijk om uitstel bij de Belastingdienst kan worden verzocht onder vermelding van de reden.  

Kan ik een eerder aangeleverde melding herzien of intrekken? 

In de laatste versie van het V&A-document zijn de vragen of een eerder aangeleverde melding kan worden herzien of ingetrokken, komen te vervallen. Voor deze vragen wordt voortaan verwezen naar de FAQ-pagina van het Gegevensportaal van de Belastingdienst. Hieruit blijkt dat het onder voorwaarden mogelijk is om een eerdere melding te herzien of in te trekken. 

Conclusie 

Met de publicatie van het geüpdatete V&A-document over de renseigneringsverplichting, heeft de Belastingdienst geprobeerd meer duidelijkheid te scheppen met betrekking tot regelmatig gestelde vragen vanuit de praktijk. Meerdere antwoorden roepen echter vragen op, waardoor het in bepaalde gevallen wenselijk kan zijn om hierover met de Belastingdienst in overleg te treden. 

Wilt u meer weten over de renseigneringsplicht? Neem dan contact op met uw contactpersoon binnen BDO of met één van onze loonheffingenspecialisten. Zij helpen u graag.