Zo corrigeert u fouten in eerder gedane btw-aangiften

Zo corrigeert u fouten in eerder gedane btw-aangiften

Het kan voorkomen dat u over een bepaald tijdvak te veel of te weinig btw hebt aangegeven en betaald. In zo’n geval moet u correcties maken. In dit artikel gaan wij in op het maken van correcties en waar u bij het maken ervan op moet letten. 

Maak correcties niet in de volgende aangifte, doe dit via een suppletie

Correcties kunnen in de Nederlandse btw-aangifte niet worden gemaakt in een volgend tijdvak. De aangifte uit het tijdvak waarop de correctie betrekking heeft zal moeten worden gewijzigd. U moet hiervoor gebruik maken van het formulier suppletie omzetbelasting van de Belastingdienst. Bij een correctie van maximaal €1.000,- mag de correctie in de eerstvolgende btw-aangifte worden doorgevoerd. Het is raadzaam om uw suppletie over het jaar 2023 vóór 1 april 2024 in te dienen. In dat geval hoeft namelijk geen belastingrente te worden betaald.

Er geldt een suppletieplicht

Wanneer u te veel of te weinig btw heeft aangegeven in de door u gedane btw-aangiften bent u zelfs verplicht dit te corrigeren door middel van een afzonderlijke suppletie. Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat er een boete wordt opgelegd. 

Boete naar aanleiding van een suppletie? Maak tijdig bezwaar

Wordt naar aanleiding van een ingediende suppletie een vergrijp- of verzuimboete opgelegd? Dan adviseren wij om tijdig bezwaar te maken tegen deze boete en te verzoeken om inzage te krijgen in het boetedossier. De Hoge Raad heeft in september 2021 namelijk geoordeeld dat een ingediende suppletie niet mag worden gebruikt als bewijsmateriaal voor het opleggen van een boete omdat een suppletie kwalificeert als wilsafhankelijk materiaal. De inspecteur zal dus met ander bewijsmateriaal moeten komen om de boete op te kunnen leggen. Heeft hij dat bewijsmateriaal niet dan zal de boete dus komen te vervallen. 

Vraag btw terug op oninbare vorderingen, maar doe dat in het juiste tijdvak

Heeft u nog oninbare vorderingen openstaan omdat uw afnemer niet of deels heeft betaald? Dan kan u de reeds voldane btw terugvorderen als vast is komen te staan dat niet is en ook niet meer zal worden betaald. Het recht op teruggaaf ontstaat in ieder geval indien de vergoeding één jaar na opeisbaarheid van de vordering nog niet is ontvangen. Deze correctie moet u doorvoeren in de btw-aangifte in het tijdvak waarin de oninbaarheid van de vordering is vast komen te staan. Is dit tijdvak verstreken dan moet u de btw dus terugvragen via het formulier suppletie omzetbelasting. 

Omgekeerd geldt dat als u niet in staat bent uw schulden te betalen en is vast komen te staan dat die niet meer worden betaald u de eventueel in aftrek gebrachte btw in dat tijdvak verschuldigd wordt. Ook hierbij geldt dat de verplichting tot terugbetaling van de in aftrek gebrachte btw in ieder geval ontstaat indien de vergoeding één jaar na opeisbaarheid van de vordering nog niet is betaald.

Correcties OSS-regeling en invoerregeling

Als u voor uw digitale diensten en afstandsverkopen per 1 juli 2021 gebruik maakt van de OSS-regeling of de invoerregeling, dan dient u correcties die betrekking hebben op btw-meldingen over het derde kwartaal van 2021 of btw-meldingen daarna te verwerken in de eerstvolgende OSS-aangifte. Deze correcties moeten uiterlijk binnen drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke btw-melding ziet worden gedaan. Correcties die zien op de periode voor 1 juli 2021 dienen te worden gemaakt door de oorspronkelijke btw-melding te corrigeren.

Meer info?

Heeft u vragen over het doorvoeren van btw-correcties? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van onze adviseurs. Via onderstaande button vindt u meer fiscale tips, die u voor het einde van het jaar gelezen moet hebben. 

Lees al onze tips