Voorjaarsnota 2025: voorstellen om opmerkelijke belastingconstructies tegen te gaan

Het kabinet komt jaarlijks met een lijst van opmerkelijke belastingconstructies en voegt deze als bijlage bij de Voorjaarsnota om naar de Tweede Kamer te sturen. De lijst van 2025 bevat de negen constructies van de lijst van vorig jaar met daaraan vijf ‘nieuwe’ constructies toegevoegd. Hieronder gaan wij kort in op de meest relevante constructies. 

Nieuw: Schenk- en erfbelastingconstructie estate planningstools in huwelijksvermogensrecht

Gehuwden kunnen in het zicht van overlijden de huwelijkse voorwaarden zo aanpassen dat erfbelasting voor een groot deel wordt vermeden. Om dit te voorkomen wordt voorgesteld dat wanneer er sprake is van een gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding, schenk- of erfbelasting wordt geheven voor zover een belastingplichtige meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van die gemeenschap. Deze wetswijziging volgt op een uitspraak van de Hoge Raad en gaat per 2026 in.

Nieuw: Samenwerkingsverbanden IB-ondernemer en eigen BV

Het komt in de praktijk voor dat een directeur-grootaandeelhouder (DGA) met zijn eigen BV een samenwerkingsverband aangaat. Dit heeft als voordeel dat de arbeid van de DGA niet wordt belast als loon uit dienstbetrekking, maar als winst uit onderneming zodat ondernemersfaciliteiten de belastingdruk verlagen. Het winstinkomen van de BV wordt op de gebruikelijke wijze belast met vennootschapsbelasting en – op termijn – met inkomstenbelasting. Het kabinet wil dit tegengaan en daarom wordt aan een aanpak gewerkt. Hoe dat er precies gaat uitzien, is nog niet bekend.

Nieuw: Lucratief belang

Naar aanleiding van een motie heeft het ministerie van Financiën onderzoek gedaan naar de lucratiefbelangregeling. Het advies was om de lucratiefbelangregeling op korte termijn niet aan te passen en tegelijkertijd een internetconsultatie te starten voor twee alternatieve varianten via de box 2-route. Deze internetconsultatie liep tot 2 april 2025. Momenteel bevindt men zich in de fase waarin (mede op basis van de input) een besluit moet worden genomen over het al dan niet aanpassen van de huidige lucratiefbelangregeling.

Dividendstripping 

Bij dividendstripping wordt gedoeld op de situatie dat het economische belang bij de aandelen wordt behouden door de oorspronkelijke aandeelhouder, terwijl de juridische eigendom (tijdelijk) aan een andere partij wordt overgedragen. Het doel van dividendstripping is om met een dergelijke splitsing een belastingvoordeel te behalen wanneer die andere partij recht heeft op een gunstigere behandeling voor de dividendbelasting dan de oorspronkelijke aandeelhouder die het economische belang bij de aandelen heeft behouden (zoals een hoger recht op verrekening, teruggaaf of vermindering van de belasting). Deze ‘opmerkelijke belastingconstructie’ stond al eerder op de lijst. Inmiddels zijn door het kabinet enkele maatregelen getroffen om dividendstripping tegen te gaan (lees hierover meer in ons artikel Belastingplan 2024). Het kabinet geeft aan het onderzoek naar een verdere versterking van de aanpak van dividendstripping in het voorjaar van 2025 af te ronden.

Generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting en opknipgedrag

In de vennootschapsbelasting is een maatregel opgenomen die onder omstandigheden de aftrek van het ‘saldo aan renten’ beperkt: de generieke renteaftrekbeperking. Het saldo aan renten bestaat kort gezegd uit de rentekosten verminderd met de rentebaten. Het saldo aan renten is in een jaar niet aftrekbaar voor zover het meer bedraagt dan € 1 miljoen of, als dat hoger is, 24,5% van de gecorrigeerde winst (fiscale EBITDA). Het saldo aan renten tot € 1 miljoen wordt dus sowieso niet door deze generieke renteaftrekbeperkingsmaatregel geraakt. Dit geldt per belastingplichtige, dus per BV, NV, enz. Volgens het kabinet geeft dit bedrijven een prikkel om met vreemd vermogen gefinancierde investeringen op te knippen over verschillende vennootschappen. Volgens de Voorjaarsnota gebeurt dit in de praktijk met investeringen in vastgoed BV’s die vastgoed aan derden verhuren. Een eerder voorstel om het opknippen tegen te gaan, is uiteindelijk niet ingevoerd. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke antimisbruikmaatregelen andere EU-landen hebben geïmplementeerd om ongewenst gebruik van de generieke renteaftrekbeperkingsmaatregel tegen te gaan. De Tweede Kamer wordt hier vóór 1 juli 2025 over geïnformeerd. Mogelijk dat vervolgens concrete maatregelen worden ingevoerd om het opknipgedrag tegen te gaan.

Wat betekenen de voorgestelde wijzigingen voor u(w organisatie)? 

Een gedetailleerde uitwerking van veel voorstellen wordt pas op een later moment verwacht. Daarnaast is het altijd afwachten of de voorstellen uiteindelijk – en in de voorgestelde vorm – de eindstreep zullen halen. Desondanks adviseren wij u om, waar dat mogelijk is, nu al rekening te houden met de voorgestelde wijzigingen. Mocht u vragen hebben, neem dan contact op met uw BDO-adviseur. 

Nieuwsgierig naar de belangrijkste voorstellen op belastinggebied? 

Lees hier meer