Kwalificeert woon-werkverkeer voor een werknemer die veel thuiswerkt als zakelijk of privé?
Kwalificeert woon-werkverkeer voor een werknemer die veel thuiswerkt als zakelijk of privé?
Thuiswerken is sinds de coronapandemie niet meer weg te denken uit ons (werkzame) leven. Veel werknemers hebben toen verplicht vanuit huis moeten werken, maar ook na de pandemie zetten bedrijven verder in op thuiswerken. Er is een toename van werknemers die ervoor kiezen om een of meer dagen per week vanuit huis te werken. Dit brengt fiscale vragen met zich, ook voor de btw.
Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of voor de btw sprake is van woon-werkverkeer indien de werknemer veel thuiswerkt (en dus in mindere mate naar de vaste werkplek rijdt). Woon-werkverkeer kwalificeert voor de btw namelijk als privégebruik waarvoor aan het einde van het (boek)jaar een btw-correctie moet plaatsvinden voor de btw die in aftrek is gebracht ter zake van de kosten van de (lease-)auto. De btw op deze kosten mag een ondernemer gedurende het jaar in aftrek brengen.
Het Gerechtshof en de Hoge Raad oordelen in deze procedure dat er in dit geval geen bijzondere omstandigheden zijn, zoals bedoeld in het arrest Fillibeck. Naar het oordeel van het Gerechtshof is de omstandigheid dat de werknemers de mogelijkheid hebben om thuis te werken niet een zodanige bijzondere omstandigheid. De mogelijkheid om thuis te werken brengt geen wijziging in het karakter van de ritten tussen het huis van de werknemer en kantoor met zich. De woonplaats is en blijft een keuze van de werknemer. Dit betekent dat het woon-werkverkeer van de werknemers die thuiswerken als privégebruik dient te worden gekwalificeerd.
Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of voor de btw sprake is van woon-werkverkeer indien de werknemer veel thuiswerkt (en dus in mindere mate naar de vaste werkplek rijdt). Woon-werkverkeer kwalificeert voor de btw namelijk als privégebruik waarvoor aan het einde van het (boek)jaar een btw-correctie moet plaatsvinden voor de btw die in aftrek is gebracht ter zake van de kosten van de (lease-)auto. De btw op deze kosten mag een ondernemer gedurende het jaar in aftrek brengen.
Procedure
De zaak ging over een werkgever, die aan een aantal werknemers een personenauto ter beschikking heeft gesteld, waarmee door de werknemers ook privé mag worden gereden. Daarnaast werd er ook een internetabonnement en mobiele telefoon verstrekt. De werkgever is van mening dat het woon-werkverkeer van de werknemers die veel thuiswerken niet als privégebruik kan worden aangemerkt voor de btw, omdat sprake is van een uitzonderingssituatie als bedoeld in het Fillibeck arrest van het Europese Hof van Justitie. In dat arrest oordeelde het Hof van Justitie dat woon-werkveer niet als privégebruik kan worden aangemerkt wanneer het verzorgen van het woon-werkverkeer door de onderneming/werkgever geen andere dan bedrijfsdoeleinden dient en dat het persoonlijk voordeel voor de werknemer ondergeschikt is aan de bedrijfsbelangen. Met andere woorden: privégebruik is niet aan de orde als het woon-werkverkeer wordt opgeroepen door de primaire behoeften van de onderneming.Het Gerechtshof en de Hoge Raad oordelen in deze procedure dat er in dit geval geen bijzondere omstandigheden zijn, zoals bedoeld in het arrest Fillibeck. Naar het oordeel van het Gerechtshof is de omstandigheid dat de werknemers de mogelijkheid hebben om thuis te werken niet een zodanige bijzondere omstandigheid. De mogelijkheid om thuis te werken brengt geen wijziging in het karakter van de ritten tussen het huis van de werknemer en kantoor met zich. De woonplaats is en blijft een keuze van de werknemer. Dit betekent dat het woon-werkverkeer van de werknemers die thuiswerken als privégebruik dient te worden gekwalificeerd.