Huwelijksgoederengemeenschap aangaan met ongelijke gerechtigdheid geen schenking

Als geliefden trouwen in gemeenschap van goederen, ontstaat een huwelijksgoederengemeenschap. Binnen deze huwelijksgemeenschap zijn beiden gerechtigd tot alle bezittingen en schulden. Zij hebben geen ‘eigen’ aandeel. Dat ontstaat pas bij het einde van de huwelijksgemeenschap, bijvoorbeeld als gevolg van overlijden, echtscheiding of bijvoorbeeld het aangaan van (andere) huwelijkse voorwaarden. Zonder nadere huwelijkse voorwaarden is ieders aandeel in de ontbonden huwelijksgemeenschap 50%.

Hoe oordeelde de Hoge Raad over schenking bij aangaan huwelijksgoederengemeenschap? 

De Hoge Raad heeft al in 1959 en nogmaals in 1971 geoordeeld dat het aangaan van een gemeenschap van goederen geen schenking is. Ook niet als dit plaatsvindt in het zicht van overlijden van één van de echtgenoten. Er heeft zich nog geen definitieve vermogensverschuiving voorgedaan, omdat beide echtgenoten gerechtigd blijven tot alle bezittingen en schulden binnen de huwelijksgemeenschap. Zelfs als een beperkte gemeenschap van één goed wordt aangegaan is geen sprake van een schenking, aldus de Hoge Raad in 2021. 

Welke situatie lag voor bij de Hoge Raad?

De vraag die recent voorlag bij de Hoge Raad is of het aangaan (of wijzigen) van huwelijkse voorwaarden waardoor de gerechtigdheid tot een huwelijksgoederengemeenschap wordt gewijzigd van 50%/50% in een gerechtigdheid van 10% voor de man en 90% voor de vrouw een schenking opleverde met een omvang van 40% van huwelijksgoederengemeenschap.

De voorgelegde casus betrof een situatie waarin een man en vrouw na 33 jaar relatie in september 2015 trouwden in algehele gemeenschap van goederen (50/50). De man werd ziek en in oktober 2017 gingen zij alsnog huwelijkse voorwaarden aan, waarbij de man gerechtigd werd tot 10% van de huwelijksgemeenschap en de vrouw tot 90%. De man overleed datzelfde jaar en de vrouw erfde alles van hem. Er is een aangifte erfbelasting ingediend met een nalatenschap ter grootte van 10% van de huwelijksgoederengemeenschap. Hier was de Belastingdienst het niet mee eens en nam primair de stelling in dat sprake was van een schenking ter grootte van 40% van de huwelijksgoederengemeenschap.

Wat oordeelde de Hoge Raad?

De Hoge Raad houdt vast aan zijn oordeel dat het aangaan van een huwelijksgoederengemeenschap geen schenking is, omdat de vermogensverschuiving tussen de echtgenoten niet definitief is. Dit geldt ook voor het aangaan van een gemeenschap met ongelijke delen.

De Hoge Raad geeft wel een belangrijke nuancering. In uitzonderlijke gevallen kan het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden gezien worden als wetsontduiking (fraus legis). Daarvan is sprake als het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is geweest voor het aangaan van de huwelijkse voorwaarden én op het moment van aangaan van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker is dat de echtgenoot die het kleinste deel van het gezamenlijke vermogen krijgt, eerder zal overlijden dan de andere echtgenoot. 
In dat geval wordt gedaan alsof de huwelijkse voorwaarden niet zijn aangegaan of gewijzigd. In de voorliggende casus was fraus legis niet voldoende onderbouwd door de Belastingdienst. 

Hoe nu verder?

Enerzijds is het arrest een prettige bevestiging van de leer van de Hoge Raad, anderzijds roept het nieuwe vragen op. Want wanneer is sprake van een ‘zo goed als zeker’ eerder overlijden van de minstvermogende echtgenoot? Is dat bij een diagnose van spoedig overlijden? En gaat het dan over dagen, weken of maanden? De grote lijnen zijn derhalve duidelijk, maar toch zal per situatie beoordeeld moeten worden of echtgenoten binnen deze grenzen blijven of dat er sprake is van fraus legis. Uiteraard geldt dit arrest ook voor geregistreerde partners.

Tot slot herinneren wij u aan een wetsvoorstel in 2017. De wetgever wilde een schenkingsfictie invoeren, indien door het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden de minstvermogende echtgenoot (potentieel) meestvermogende werd. Het wetsvoorstel is destijds ingetrokken, maar het zou zomaar afgestoft kunnen worden om ongewenste vermogensplanning via het (onbelaste) huwelijksvermogensrecht te voorkomen. 

Vragen of advies over uw situatie? 

Heeft u vragen over dit artikel of heeft u behoefte aan een gesprek over uw eigen situatie? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.