Fundering op terrein? Sneller btw-belast als bouwterrein!
Fundering op terrein? Sneller btw-belast als bouwterrein!
Op 7 november jl. heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat percelen met nieuw aangebrachte funderingen geen bebouwd terrein vormen. De levering van zo’n perceel kwalificeert daardoor als een btw-belaste levering van een (onbebouwd) bouwterrein. Dit oordeel wijkt af van de tot nu toe gehanteerde praktijk.
Voor btw-doeleinden kwalificeert een zaak die vast met de grond is verbonden al relatief snel als gebouw (bouwwerk), wat in beginsel leidt tot de hiervoor bedoelde btw-vrijgestelde levering van een onroerende zaak (bebouwd terrein). Zo werd tot nu toe in de Nederlandse praktijk dan ook de lijn gehanteerd dat een terrein met fundering voor btw-doeleinden wordt beschouwd als een bebouwd terrein.
In het recente arrest van het Hof van Justitie leverde een ondernemer 16 percelen, bestemd voor bebouwing. Op deze percelen waren de afgelopen vijf jaar prefab-funderingen aangebracht. De ondernemer ging uit van een btw-vrijgestelde levering van ‘bebouwde’ percelen, zoals destijds toegestaan onder een oude Deense btw-wet. De Deense belastingdienst zag daarentegen de levering van de grond met funderingen niet als de vrijgestelde levering van een gebouw en stelde zodoende dat sprake is van een (onbebouwd) bouwterrein. Het Hof van Justitie kwam, enigszins verrassend, tot dezelfde conclusie. Zij oordeelde dat de funderingen niet aangemerkt kunnen worden als (een gedeelte van) een gebouw, omdat de funderingen niet de functie hebben van bouwwerken welke geschikt zijn voor een ingebruikname.
Wel rijst naar aanleiding van dit arrest ook in de Nederlandse praktijk de vraag wat de btw-behandeling is van de levering van een reeds bestaande fundering waar ooit een gebouw op heeft gestaan. Uit de redenering van het Hof van Justitie kan mogelijk worden afgeleid dat de levering van een perceel met daarop nog restanten van een voormalig bouwwerk door een gedeeltelijke sloop, (sneller) kwalificeert als een btw-belaste levering van een bouwterrein. Of denk aan de situatie dat een pand (tijdelijk) uit het consumptieproces wordt gehaald en ingrijpend wordt verbouwd. Leidt deze ‘vernieuwbouw’ dan tijdens het verbouwingsproces opeens tot een bouwterrein, zolang er geen ingebruikname van het pand mogelijk is? Dit kan vervelend uitpakken indien u als koper geen of een beperkt recht op btw-aftrek heeft.
Daarnaast is het onzeker wat de Nederlandse wetgever of fiscus met dit arrest gaat doen. Begin 2024 is namelijk het vernieuwde ’vastgoedbesluit’ in werking getreden. Hierin is opgenomen dat een pand in de aanbouwfase volgens de visie van de Nederlandse Staatssecretaris wel als een ‘gebouw’ kan kwalificeren. Ook wordt mogelijk met dit arrest het begrip ‘bouwterrein’ op de schop genomen, aangezien op basis van het Besluit, sprake dient te zijn van onbebouwde grond, hetgeen op basis van het arrest dus ook een perceel met fundering kan zijn.
Neem contact op
Achtergrond en casus
In beginsel is de levering van een onroerende zaak gelegen in Nederland vrijgesteld van btw, terwijl de verkrijging ervan belast is met overdrachtsbelasting. Een uitzondering op deze vrijstelling geldt onder andere voor de levering van een bouwterrein: een onbebouwd terrein dat bestemd is om te worden bebouwd.Voor btw-doeleinden kwalificeert een zaak die vast met de grond is verbonden al relatief snel als gebouw (bouwwerk), wat in beginsel leidt tot de hiervoor bedoelde btw-vrijgestelde levering van een onroerende zaak (bebouwd terrein). Zo werd tot nu toe in de Nederlandse praktijk dan ook de lijn gehanteerd dat een terrein met fundering voor btw-doeleinden wordt beschouwd als een bebouwd terrein.
In het recente arrest van het Hof van Justitie leverde een ondernemer 16 percelen, bestemd voor bebouwing. Op deze percelen waren de afgelopen vijf jaar prefab-funderingen aangebracht. De ondernemer ging uit van een btw-vrijgestelde levering van ‘bebouwde’ percelen, zoals destijds toegestaan onder een oude Deense btw-wet. De Deense belastingdienst zag daarentegen de levering van de grond met funderingen niet als de vrijgestelde levering van een gebouw en stelde zodoende dat sprake is van een (onbebouwd) bouwterrein. Het Hof van Justitie kwam, enigszins verrassend, tot dezelfde conclusie. Zij oordeelde dat de funderingen niet aangemerkt kunnen worden als (een gedeelte van) een gebouw, omdat de funderingen niet de functie hebben van bouwwerken welke geschikt zijn voor een ingebruikname.
Belang voor de praktijk
Hoewel dit arrest afwijkt van eerdere rechtspraak, zou de levering in deze specifieke zaak in Nederland hoe dan ook tot een van rechtswege btw-belaste levering hebben geleid. In Nederland kennen we namelijk naast de uitzondering voor bouwterreinen ook een uitzondering voor gebouwen in aanbouw of gebouwen die uiterlijk twee jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen.Wel rijst naar aanleiding van dit arrest ook in de Nederlandse praktijk de vraag wat de btw-behandeling is van de levering van een reeds bestaande fundering waar ooit een gebouw op heeft gestaan. Uit de redenering van het Hof van Justitie kan mogelijk worden afgeleid dat de levering van een perceel met daarop nog restanten van een voormalig bouwwerk door een gedeeltelijke sloop, (sneller) kwalificeert als een btw-belaste levering van een bouwterrein. Of denk aan de situatie dat een pand (tijdelijk) uit het consumptieproces wordt gehaald en ingrijpend wordt verbouwd. Leidt deze ‘vernieuwbouw’ dan tijdens het verbouwingsproces opeens tot een bouwterrein, zolang er geen ingebruikname van het pand mogelijk is? Dit kan vervelend uitpakken indien u als koper geen of een beperkt recht op btw-aftrek heeft.
Daarnaast is het onzeker wat de Nederlandse wetgever of fiscus met dit arrest gaat doen. Begin 2024 is namelijk het vernieuwde ’vastgoedbesluit’ in werking getreden. Hierin is opgenomen dat een pand in de aanbouwfase volgens de visie van de Nederlandse Staatssecretaris wel als een ‘gebouw’ kan kwalificeren. Ook wordt mogelijk met dit arrest het begrip ‘bouwterrein’ op de schop genomen, aangezien op basis van het Besluit, sprake dient te zijn van onbebouwde grond, hetgeen op basis van het arrest dus ook een perceel met fundering kan zijn.
Wij helpen u graag
Wij houden de ontwikkelingen rondom de begrippen ‘gebouw’ en ‘bouwterrein’ nauwlettend in de gaten. Indien u een perceel levert of geleverd krijgt en graag onze visie op de btw/overdrachtsbelastingbehandeling wilt weten, neem dan gerust contact met ons op.Neem contact op