Contributies: met of zonder btw?
Contributies: met of zonder btw?
Zijn contributies wel of niet belast voor de btw? Het is een vraag die al jaren speelt voor verenigingen. En het antwoord hangt af van de exacte feiten, zo blijkt maar weer uit de verschillende rechterlijke uitspraken die afgelopen tijd zijn verschenen.
Het Hof van Justitie oordeelde in het verleden dat de jaarlijkse contributies van de leden van een sportvereniging de tegenprestatie zijn voor de permanente terbeschikkingstelling van het sportcomplex en de daarbij behorende faciliteiten aan haar leden. Daarbij maakt het niet uit dat er ook leden zijn die het sportcomplex niet of niet regelmatig gebruiken, terwijl zij wel verplicht zijn hun jaarlijkse contributie te betalen. In een andere zaak oordeelde het Hof van Justitie dat er geen rechtsreeks verband is tussen de bijdragen en de werkzaamheden van een ‘council’ van appel- en perentelers. Omdat de werkzaamheden op het gebied van reclame, promotie en kwaliteit van de council ten goede komen aan de hele fruitteeltsector, bestaat er geen rechtstreeks verband tussen de omvang van het voordeel voor de individuele telers en de door de overheid opgelegde bijdrage aan de council. Er is daarom geen sprake van een btw-belastbare prestatie.
Het is dus sterk afhankelijk van de feiten of contributiebijdragen de vergoeding zijn voor een prestatie. Wanneer leden tegen betaling van de contributie afdwingbare rechten verkrijgen, dan zal vaak sprake zijn van een belastbare contributie. Als dit het geval is, dient nog beoordeeld te worden of een vrijstelling van toepassing is, het lage btw-tarief van 9% of het standaard tarief van 21%. Vervolgens is de vraag wat de gevolgen zijn voor het aftrekrecht van de vereniging.
Rechtstreeks verband
In principe is sprake van een btw-belastbare prestatie wanneer diensten of goederen worden geleverd tegen vergoeding. Er moet dan wel sprake zijn van een rechtstreeks verband tussen het leveren van die diensten of goederen en de vergoeding.Het Hof van Justitie oordeelde in het verleden dat de jaarlijkse contributies van de leden van een sportvereniging de tegenprestatie zijn voor de permanente terbeschikkingstelling van het sportcomplex en de daarbij behorende faciliteiten aan haar leden. Daarbij maakt het niet uit dat er ook leden zijn die het sportcomplex niet of niet regelmatig gebruiken, terwijl zij wel verplicht zijn hun jaarlijkse contributie te betalen. In een andere zaak oordeelde het Hof van Justitie dat er geen rechtsreeks verband is tussen de bijdragen en de werkzaamheden van een ‘council’ van appel- en perentelers. Omdat de werkzaamheden op het gebied van reclame, promotie en kwaliteit van de council ten goede komen aan de hele fruitteeltsector, bestaat er geen rechtstreeks verband tussen de omvang van het voordeel voor de individuele telers en de door de overheid opgelegde bijdrage aan de council. Er is daarom geen sprake van een btw-belastbare prestatie.
Recente uitspraken
In recente zaken die aan de rechter zijn voorgelegd neemt de Belastingdienst steeds het standpunt in dat de contributies btw-belast zijn. De rechters oordeelden echter dat de contributies onbelast zijn. Een aantal feiten waren daarbij van belang, onder andere:- Ook niet-leden zijn welkom bij activiteiten van de vereniging, waarbij geen contributie of andere bijdrage in rekening werd gebracht;
- Leden betalen altijd hetzelfde bedrag aan contributie, ongeacht de mate waarin zij deelnemen of gebruikmaken van de activiteiten van de vereniging, waarbij zij niet kunnen afdwingen dat de vereniging activiteiten organiseert en hoeveel;
- Het aantal activiteiten van de vereniging in een jaar staat niet vast;
- Het grootste deel van de contributie wordt verdeeld over door leden zelf georganiseerde activiteiten.
Het is dus sterk afhankelijk van de feiten of contributiebijdragen de vergoeding zijn voor een prestatie. Wanneer leden tegen betaling van de contributie afdwingbare rechten verkrijgen, dan zal vaak sprake zijn van een belastbare contributie. Als dit het geval is, dient nog beoordeeld te worden of een vrijstelling van toepassing is, het lage btw-tarief van 9% of het standaard tarief van 21%. Vervolgens is de vraag wat de gevolgen zijn voor het aftrekrecht van de vereniging.