Btw-besluit gevolgen ter beschikking stellen van personeel geactualiseerd

Het detacheren van personeel is in principe een belaste prestatie voor de btw. Organisaties met een beperkt aftrekrecht krijgen liever geen btw in rekening gebracht, omdat zij deze niet of beperkt als voorbelasting kunnen verrekenen. De btw vormt dan een kostenpost. In het Besluit ter beschikking stellen personeel keurt de staatssecretaris voor verschillende situaties goed dat btw-heffing onder voorwaarden achterwege kan blijven. 

Het besluit is onlangs geactualiseerd en per 15 juni 2024 in werking getreden. In dit artikel informeren wij u over de meest in het oog springende aanvullingen en wijzigingen.

Aanvullingen besluit

In het besluit is opgenomen dat btw-heffing niet aan de orde is als geen vergoeding wordt gevraagd voor de terbeschikkingstelling, het personeelslid een afzonderlijke (tweede) arbeidsovereenkomst aangaat met een andere partij of ingeval de inlenende partij en de uitlenende partij deel uitmaken van dezelfde fiscale eenheid btw. Naar onze mening is het volstrekt logisch dat in deze omstandigheden btw-heffing niet aan de orde is en wij vragen ons af of opname in het besluit nodig was.

Het besluit is daarnaast aangevuld met een tweetal bestaande samenwerkingsmogelijkheden waarmee btw-heffing over de inzet van personeel kan worden voorkomen, waaronder het leerstuk kosten voor gemene rekening en de pot- en poolovereenkomst. 

Kosten voor gemene rekening

Bij het leerstuk kosten voor gemene rekening worden personeelskosten in eerste instantie door één partij betaald en vervolgens verdeeld over de partijen volgens een vastgestelde verdeelsleutel. 

Het leerstuk kosten voor gemene rekening kent de volgende voorwaarden:
  • De kosten worden gemaakt ten behoeve van twee of meer partijen,
  • die in eerste instantie door één van hen worden betaald en
  • voor het werkelijke bedrag volgens een tevoren vaststaande verdeelsleutel over de partijen worden verdeeld,
  • terwijl het risico van die kosten alle ondernemers volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat.
Als aan de voorwaarden van het leerstuk is voldaan, wordt geen btw berekend over de doorbelasting. Een nadeel van een overeenkomst kosten voor gemene rekening kan zijn dat deze weinig flexibel is. Dit heeft te maken met de verplichting dat vóóraf een vaste verdeelsleutel moet worden vastgesteld. De staatssecretaris bevestigt verder dat het leerstuk per kostenpost - dus ook per personeelslid - kan worden toegepast. Het aangaan van een afzonderlijke overeenkomst per personeelslid biedt in de praktijk meer flexibiliteit.

Pot- of poolovereenkomst

Bij de pot- of poolovereenkomst sluiten partijen één gezamenlijke arbeidsovereenkomst met een personeelslid en worden de brutoloonkosten verdeeld. Anders dan bij kosten voor gemene rekening zijn geen nadere voorwaarden verbonden aan de verdeelsleutel. Bij de pot- en poolovereenkomst dient het brutoloon te worden uitbetaald vanaf een gezamenlijke bankrekening, waar de deelnemende partijen ieder een deel van het brutoloon op storten. De  gemeenschappelijke bankrekening mag niet dienen om gezamenlijk een vermogensrechtelijk voordeel te behalen. De storting van ieders aandeel in het brutoloon en de uitbetaling daarvan via de bankrekening zijn niet belast met btw.

Ook de pot- en poolovereenkomst heeft praktische beperkingen in de uitvoering. Bij het sluiten van een gezamenlijke arbeidsovereenkomst door verschillende werkgevers komen namelijk ook andere aspecten kijken, zoals verlofregelingen, de werkkostenregeling, CAO’s, werkkleding en pensioenregelingen. In een klein verband, bijvoorbeeld in een huisartsenpraktijk, biedt de pot-of poolovereenkomst wel uitkomst. In groter verband, en zeker wanneer het verschillende sectoren of domeinen betreft lijkt dit moeilijk haalbaar.

Nauw samenhangende diensten onderwijs

In het oude besluit was reeds voorzien in de mogelijkheid dat diensten die nauw samenhangen met vrijgestelde prestaties kunnen delen in de vrijstelling bij niet structurele uitleen. De aanwijzingen in het besluit voor de terbeschikkingstelling van personeel als nauw samenhangende prestatie binnen de onderwijsvrijstelling zijn verder aangevuld. Het voorbeeld van de basisschooldirecteur (met onderwijsbevoegdheid) die wordt uitgeleend aan een andere basisschool, is aangevuld met de uitleen van personeel dat leerkrachten van de inlenende onderwijsinstelling vakinhoudelijk ondersteunt en adviseert, alsmede het uitlenen door een school van ambulante begeleiders die kinderen met een functiebeperking in de klas begeleiden. Het besluit verduidelijkt dat bij de niet-structurele uitleen ondersteunend personeel niet btw-vrij kan worden uitgeleend (bijv. facilitair en administratief personeel). Dat laatste was in het vorige besluit al opgenomen ten aanzien van zorg- en sociaal-inhoudelijk personeel.

Gevolgen voor uw btw-positie?

Wanneer uw organisatie personeel in- of uitleent is van belang om na te gaan of u btw bent verschuldigd. Vernoemde wijzigingen bieden mogelijk aanleiding om bestaande overeenkomsten of het gebruik van standaardovereenkomsten tegen het licht te houden. In sommige gevallen kan het nodig zijn om afstemming te zoeken met de Belastingdienst. Uiteraard zijn wij u graag behulpzaam bij het bepalen van de btw-gevolgen, het opstellen van (nieuwe) overeenkomsten, evenals een eventuele afstemming met de Belastingdienst.  

Meer informatie? 

Neem dan contact op met onze btw-specialisten.