Het aangaan van een gemeenschap van goederen is geen schenking. Dat heeft de Hoge Raad in 1959 al geoordeeld. Onlangs heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of trouwen onder huwelijkse voorwaarden met een beperkte gemeenschap van één goed een schenking is. Lange tijd was hierover onduidelijkheid. In dit perspectief gaan we in op het arrest en de gevolgen voor de praktijk.
Is sprake van een schenking bij het aangaan van een huwelijk?
In Nederland trouw je automatisch in gemeenschap van goederen, tenzij de echtgenoten huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld. Bij het aangaan van een huwelijk is de hoogte van het vermogen van de echtgenoten doorgaans niet gelijk.
Het aangaan van een huwelijk is geen schenking, omdat het huwelijk niet is gericht op het bevoordelen van de partner. Ook indien het huwelijksgoederenregime tijdens het huwelijk wordt omgezet in een gemeenschap van goederen is geen sprake van een schenking. Zelfs niet in het zicht van overlijden. De Hoge Raad oordeelde dit al in 1959 en 1971. Hiervoor achtte de Hoge Raad twee aspecten van belang:
- De echtgenoten zijn in gemeenschap gerechtigd tot het geheel onder respectering van het aandeel van de ander. Zij kunnen geen aanspraak maken op hun ‘eigen’ aandeel tijdens het bestaan van de huwelijksgemeenschap.
- Tijdens het huwelijk kan de gemeenschap in omvang toe- of afnemen. Pas bij het einde van de huwelijksgemeenschap weten de echtgenoten hoeveel vermogen is ‘verschoven’.
De vraag die na deze arresten ruim 60 jaar in de lucht bleef hangen was: Gelden deze overwegingen ook voor het aangaan van een beperkte gemeenschap van goederen? Op 7 mei 2021 heeft de Hoge Raad hierover uitspraak gedaan.
Aangaan van beperkte gemeenschap van één goed
Wat was de situatie? Een man en vrouw traden op 22 september 2008 in het huwelijk. In hun vooraf opgestelde huwelijkse voorwaarden hebben zij opgenomen dat iedere gemeenschap van goederen is uitgesloten, met uitzondering van een specifieke bankrekening die op naam van beiden staat. Net voor het huwelijk heeft de man € 10 miljoen op deze bankrekening gestort. Op dat moment beschikt de man over een vermogen van zo’n € 150 miljoen en de vrouw over een vermogen van zo’n € 1 miljoen. De man overlijdt in 2012. Volgens de inspecteur heeft de man in 2008 € 5.000.000 geschonken aan de vrouw en legt aan haar een aanslag schenkbelasting op.
De Hoge Raad oordeelt: géén schenking bij het aangaan van een huwelijk met een beperkte gemeenschap
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat géén sprake is van een schenking, omdat de echtgenoten ook in een beperkte gemeenschap van slechts één goed geen ‘eigen’ aandelen hebben. De vrouw kon in dit geval ook niet € 5.000.000 opeisen. Het eigen aandeel ontstaat pas als de beperkte gemeenschap wordt ontbonden. Tot die tijd vindt er geen definitieve vermogensverschuiving plaats. De beperkte gemeenschap wordt ontbonden door overlijden, door indienen van het verzoek tot echtscheiding of door het wijzigen van de huwelijksvoorwaarden.
Andere huwelijksvermogensregimes
Naast de gemeenschap van goederen en een beperkte gemeenschap van goederen zijn nog tal van andere huwelijksvermogensregimes mogelijk. Bijvoorbeeld een uitsluiting van gemeenschap van goederen aangevuld met een finaal verrekenbeding of een gemeenschap van goederen met ongelijke delen.
Deze laatste variant ligt inmiddels ook bij de Hoge Raad. Hierbij hadden echtgenoten enkele maanden voor het overlijden van één van hen de aandelen in de huwelijksgemeenschap gewijzigd in 90% (langstlevende) en 10% (overledene). Wij verwachten dat de Hoge Raad in lijn met bovengenoemde arrest zal oordelen en dat ook in deze situatie geen sprake is van een schenking. Mogelijk zal dit aanleiding geven een in 2017 ingetrokken wetsvoorstel toch weer van de plank te halen. In dit wetsvoorstel werd het bovenmatig schuiven met vermogen via het huwelijksgoederenregime aan banden gelegd.
Meer weten?
Bent u benieuwd naar de gevolgen van dit arrest voor uw situatie of overweegt u een wijziging van huwelijkse voorwaarden maar heeft u dat nog niet gedaan? Neem dan voor meer informatie contact op met een BDO-adviseur.